zaterdag 9 april 2011

Do the temple hop

Ik heb iemand letterlijk horen zeggen: "hoeveel dagen tempels moet je nog doen?". "Moeten" en "vakantie" horen volgens mij niet echt samen, maar het klopt wel dat je een drietal dagen nodig hebt om de belangrijkste tempels rond Siem Reap te "doen". En je kunt tempeltoegangspassen kopen van 1, 3 of 7 dagen. Die van 3 dagen zijn het meest gangbaar. Vorig jaar hadden we een 3-dagen pas gekocht en zijn we uiteindelijk maar 2 dagen gaan tempelhoppen. De derde dag leek het zwembad aantrekkelijker dan de tempels. Geen erg, niks verloren, 2 losse dagen had ons evenveel gekost.

Dit jaar "moesten" we dus onze derde dag nog doen. Correctie, "wilden" we onze derde dag nog doen. We hadden dat strategisch op onze middelste dag in Siem Reap gepland, kwestie van genoeg uitgerust te zijn na de helse busrit en nadien ook nog een uitblaasdagje te hebben.

Want het is werken, die tempels, zwaar travakken. Eerst moet je een keuze maken. Ik denk dat er in totaal een 30-tal tempels zijn rond Siem Reap. Gelukkig was ik vorig jaar zo helder van geest geweest om in de Lonely Planet aan te duiden welke we gezien hadden. De namen van de belangrijkste die vergeet je niet, maar al die andere namen lijken hopeloos op elkaar. En je wil natuurlijk vermijden 2x hetzelfde te doen. Vervolgens moet natuurlijk je keuze ook geografisch checken: de uitersten liggen bijna 40 km uit elkaar. Dan zijn er ook nog de freaks die hun route willen afstemmen op het tijdstip van de dag: zonsopgang is het mooist in tempel X, voor zonsondergang moet je in tempel Y zijn. Zo ver gaan wij niet. Ten eerste geraken wij niet uit ons bed voor zonsopgang (rond 6u) en ten tweede houden wij het ook niet vol tot zonsondergang (rond 18u). Ik wil de eerste nog zien die dat kunnen met 2 kinderen. Nee, we zijn vertrokken rond 10u en om 18u zaten wij alweer proper gewassen op een terrasje, naar de binnenstrompelende, stoffige etmaal-tempelhoppers te kijken.
Daarbij is het eigenlijk best nog interessant om de tempels tegen de gewone stroom in te doen. Zo ben je tenminste zeker dat je foto's niet verpest worden door kuddes Japanse toeristen.

We begonnen dus onze dag in Phnom Bakheng, de optimaal-voor-zonsondergang tempel. In de voormiddag geen kat dus daar behalve wij. Super.
























Onderweg naar de volgende tempel, passeerden we nog door een poort van Angkor Thom, de versterkte stad.



Volgende stop was Preah Khan, één van de grotere tempelcomplexen. Zijn inkom alleen al was indrukwekkend.



De lingam en yoni. Zoek maar ne keer op waar die voor staan.


Nog steeds een heilige plaats.



Met heel mooi steenhouwwerk.






Eén van de monsters die dreigde de tempel te verslinden, was onthoofd.



Een andere was nog steeds bezig.



Iedereen onder de indruk.



Maar zelfs met verband rond zijn voet, kon hij nog niet lang stilzitten, Ti.



De ontdekking van vuurtempel.



En het waterke met de lelies.



Op weg naar de volgende, de laatste in Angkor zelf: Preah Neak Pean.



Volgens Lonely Planet zou deze model staan voor het zwembadgedeelte, moesten ze ooit in Las Vegas een "Encore Angkor" casinohotel bouwen.



Ik zie de deze daar al met verfrissingen leuren, in Las Vegas.



En dan op weg naar Roluos, 20 km verder, voor een paar pre-Angkor tempels.



De eerste, Preah Ko






De beentjes begonnen ondertussen aardig vermoeid te geraken. Had ik al gezegd dat de meeste tempels aardig wat klim- en klauterwerk vragen? Nee dus.



En dus besloten we om het na de volgende tempel, Bakong, voor gezien te houden. Die bleek nog in gebruik door moniken en andere brave luitjes.






Hij werd zelfs gerestaureerd.



Maar was vooral weer heel mooi en lekker rustig.









Maar, zoals gezegd, een hele klim en afdaling nadien.



- Posted using BlogPress from my iPad

Geen opmerkingen:

Een reactie posten