Twee dagen op een boot op de gele rivier. Gezelschap: een Lao familie (kapitein, scheepsjongens, kokkin en zoontje van 2), een Lao gids, twee gepensioneerde Engelse koppels en de dochter van één van hen. Negen toeristen dus, op een boot met 46 zitjes waar ze normaliter tot 120 mensen opduwen. Zoals wij het doen is het een stuk duurder, maar ik zou niet willen wisselen. Het voelde prinsheerlijk.
De start was hectisch: eerst van het hotel in Chiang Khong naar de haven, dan moet je in Thailand uitchecken bij wijze van spreken (een vertrekstempel in je paspoort krijgen), dan met een klein bootje naar Laos aan de overkant, daar een visum kopen en inchecken, immigreren noemen ze het daar. Dat laatste gedeelte kan tot 2 uur duren hadden we gehoord. In onze cruise zat een 'fixer' inbegrepen, die heeft alles geklaard in 15 minuten. Vervolgens alle bagage en mensen in een songthaew (omgebouwde pickup) en 10 minuten verder rijden tot aan de haven. En dan inschepen. Zo zag dat eruit.
Onze bagage wordt naar de kleine overzetbootjes gebracht.
En na al het geregel, ligt aan de andere kant onze 'slowboat' te wachten
Je had trouwens nog een optie: de speedboat. Eigenlijk zwaar gemotoriseerde kanos waarmee ze je in 7u tijd van Chiang Khong naar Luang Prabang brengen. Berucht om de ongevallen, botsen bij voorkeur tegen elkaar of op de rotsen. Je moet er nogal gewrongen inzitten, met een zwemvest aan en motorhelm op. Ze gingen zo snel dat een foto maken zelfs niet ging. Helemaal geen optie met de kinderen.
Dag 1 van de trip varen we een 7-tal uren. Onder weg bezoeken we nog een Hmong-dorp maar voor de rest zijn we allemaal serieus onder de indruk van de rivier en het landschap. Goudkleurige zandduinen, grillige rotsformaties, stroomversnellingen en draaikolken. Hoge bergen, overwoekerd door oerwoud met af en toe een opening met een paar hutjes. Mensen die op de waterrand zoeken naar goud, fnuiken uitzetten of gewoon een bad nemen. Kinderen die spelen op de strandjes en enthousiast zwaaien naar iedereen die voorbijvaart. Dit mag blijven duren.
In de late namiddag komen we aan in Pak Beng, letterlijk vertaald 'in het midden'. Alle boten, uit beide richtingen, leggen hier aan om te overnachten op het einde van dag 1 van de trip. Allez, das toch de bedoeling, we hebben mensen ontmoet die -omdat de boot te laat vertrokken was door visaproblemen- onverwacht op die boot moesten overnachten toen bleek dat ze voor donker Pak Beng niet zouden halen. En een verhaal gehoord van mensen die strandden op een zandbank toen hun boot verging. Bij ons niets van dat. Wij hebben overnacht in een hotelkamer in Pak Beng, de bemanning op de boot.
Vroeg de volgende dag wordt het vervolgtraject ingezet. We komen van rechts en we moeten naar links.
Een uurtje voor onze bestemming maken we nog een stop bij de Pak Ou grotten, bekend voor de Buddha-collectie.
En ondertussen hebben de kinderen zich trouwens goed gesettled op de boot, en zijn ze zelfs vriendjes geworden met de zoon van de kapitein.
- Posted using BlogPress from my iPad